kanker
Kanker is een ziekte
die wordt veroorzaakt door een ongecontroleerde vermenigvuldiging van
lichaamscellen, die de bouwstenen vormen van al het levende
lichaamsweefsel. Kankercellen hebben hun normale functie verloren. De
ongecontroleerde groei van de cellen kan leiden tot een zwelling op een
vaste plaats: een tumor. Bij bloedkanker zweven de kankercellen door
het lichaam. Goedaardige tumors blijven op één plaats en groeien
meestal langzaam, maar kunnen problemen veroorzaken door
dichtbijgelegen organen en kanalen te verdrukken. Kwaadaardige tumors
zijn agressiever, nestelen zich in omliggende weefsels en verspreiden
zich via bloedvaten naar andere delen van het lichaam.
Waardoor wordt kanker veroorzaakt?
Onze bevolking en onze huisdieren bereiken een steeds hogere leeftijd
door goede verzorging en gezondheidszorg. Door het almaar ouder worden,
wordt de kans op het ontwikkelen van kanker ook groter, want kanker is
een ziekte van mensen en dieren met een middelbare of hoge leeftijd.
Ook omgevingsfactoren,
zoals blootstelling aan veel en fel zonlicht, inademing van nicotine
door meeroken, inademing van uitlaatgassen en contact met
teerproducten, kunnen de kans op het krijgen van kanker bij dieren
verhogen.
Hormonen spelen eveneens een rol bij
het ontstaan van bepaalde tumoren. Als vrouwelijke honden en katten
niet, of pas op latere leeftijd, gesteriliseerd worden, geeft dit een
duidelijk verhoogde kans op melkklierkanker. Ditzelfde geldt voor het
gebruik van de pil of prikpil. Baarmoederkanker bij vrouwelijke
konijnen kan worden tegengegaan door een sterilisatie op jonge leeftijd. Castreren van reuen geeft juist een hogere kans op prostaatkanker.
Vaccinaties
van katten met geinactiveerde vaccins, maar ook onderhuidse
inspuitingen met prikkelende injectievloeistoffen, kunnen op
injectieplaats gezwellen laten ontstaan.
Tenslotte kunnen erfelijke factoren
een rol spelen. Sommige rassen hebben meer kans op bepaalde vormen van
kanker. Botkanker komt bijvoorbeeld vooral voor bij grote hondenrassen.
Bij
honden komt huidkanker het meeste voor. Gelukkig is deze vorm van
kanker meestal goedaardig en over het algemeen snel te genezen. Een
lymfoom daarentegen, is de meest voorkomende kwaadaardige kanker bij
honden. Lymfomen zijn kwaadaardige gezwellen die voornamelijk de
lymfeknopen en andere organen, zoals de lever en de milt, aantasten.
Bij honden wordt ook vaak kanker in het lymfevatenstelsel en in de
mondholte geconstateerd. Bij vrouwelijke honden komt borsttumor
regelmatig voor.
Er zijn meerdere elementen die de ontwikkeling
van kanker bij honden kunnen beïnvloeden. De leeftijd is een
belangrijke factor: bijna de helft van alle honden boven de 10
jaar krijgt kanker. Ook het ras kan bepalend zijn, want sommige tumors
komen vaker voor bij specifieke rassen. Zo hebben boxers aanleg voor
huidtumors, Duitse Herders voor milttumors en de grote
rassen lopen meer risico op botkanker. Golden Retrievers, Pointers,
Basset Hounds en Schotse Terriers hebben een vergroot risico op het
verkrijgen van lymfomen. Ook het geslacht van de hond is van invloed:
borst(melkklier)tumors komen meer bij teefjes voor en reuen kunnen
prostaatkanker krijgen.
Als u ook maar enigszins het vermoeden
heeft dat uw hond kanker zou kunnen hebben, is de eerste stap
natuurlijk een bezoek aan de dierenarts. Omdat er verschillende vormen
van kanker zijn, zal de dierenarts enkele tests willen verrichten om
een juiste
diagnose te kunnen stellen en een eventuele behandeling te kunnen
bepalen. De arts zal uw hond eerst aftasten om bultjes en kuiltjes te
kunnen ontdekken. Daarna zal hij bloedmonsters nemen om de bloedcellen
te onderzoeken en om te bepalen in hoeverre er stoffen aanwezig zijn
die het gevolg kunnen zijn
van weefselbeschadiging die door kanker veroorzaakt is. Monsters nemen
van het tumorweefsel gebeurt of met een dunne naald, of door het
wegnemen van een gedeelte van de tumor onder narcose. Met name bij
tumors in het spijsverteringskanaal en in de urinewegen zal een biopsie
worden genomen d.m.v. endoscopie: het inbrengen van een optisch
vezelbuisje in het lichaam. De monsters worden naar een laboratorium
gestuurd voor een microscopisch onderzoek. Ook röntgenfoto’s en
echografie worden gebruikt bij het vaststellen van de diagnose.
Wanneer
bij uw hond een vorm van kanker wordt geconstateerd, is het natuurlijk
een harde klap. Want hoe zit het dan met zijn
overlevingskansen? Het is daarbij natuurlijk essentieel of uw hond een
goedaardige of een kwaadaardige vorm van kanker heeft. Maar ook andere
factoren spelen een rol, bv. hoelang de tumor er
al zat voor de constatering, hoever de tumor gevorderd is en waar de
tumor zich bevindt. De meest gebruikelijke behandelingsmethoden bij
honden met kanker zijn chemotherapie, chirurgie, bestraling en
immunotherapie.
Sommige
tumors laten zich gemakkelijker behandelen dan andere. Een voorbeeld:
honden waarbij een lymfoom wordt geconstateerd, hebben zonder medische
behandeling gemiddeld nog zo’n 30 dagen te leven. Ondergaan deze honden
chemotherapie, dan wordt de overlevingstijd verlengd met gemiddeld zo’n
200 dagen. Nieuw is de ondersteuning van chemotherapie met speciale
voeding, die de resterende levenstijd nog eens
met zo’n 24% kan verlengen. Alles bij elkaar is dat ruim een half jaar
langer dan de overlevingstijd van een hond die niet behandeld wordt.
Mits de kwaliteit van zijn leven gewaarborgd blijft, is dat natuurlijk
meer dan de moeite waard.
Een
tumor zorgt ten eerste voor veranderingen in het koolhydraat-, eiwit-,
en vetmetabolisme van de hond Tumors gebruiken op zeer inefficiënte
manier glucose als energiebron. De hond gebruikt glucose zelf
ook als energiebron, maar omdat kanker een aanzienlijk deel van deze
glucose als het ware opeet, moet de hond meer lactaat omzetten in
glucose. Dat kost de hond veel energie: de tumor verbruikt dus een
aanzienlijk deel van de energiereserves van de hond Daar komt bij dat
kankercellen aminozuren, de bouwstenen van eiwitten, omzetten in
glucose. Hierdoor verliest de hond veel
eiwitten aan de tumor. Op de lange termijn kan dit leiden tot afname
van de spiermassa en zelfs tot een aangetast immuniteitssysteem, omdat
antistoffen uit eiwitten bestaan.
De langdurige schommelingen in
het metabolisme –maar ook onaangepaste voeding en bijwerkingen, zoals
misselijkheid en aantasting van gezonde
weefsels, van medische behandelingen- kunnen leiden tot kankercachexie.
Dit is een extreme vorm van uithongering. Honden met kankercachexie
lijken uitgemergeld, want ze hebben geen
vetreserves en vertonen een sterke afname van de spiermassa. Er is
duidelijk sprake van een verminderende levenskwaliteit. Deze honden
voelen zich beslist niet lekker, hebben een slechte eetlust en zijn
niet in staat normaal e functioneren. Daarnaast reageren zij minder
goed op therapie en hebben ze een kortere overlevingstijd vergeleken
met honden die een gelijkwaardige vorm van kanker hebben, maar geen
kankercachexie hebben ontwikkeld. Overigens blijven storingen in het
metabolisme van honden die kanker hebben gehad, altijd bestaan. Ook al
is de tumor doeltreffend verwijderd en is er dus in feite geen sprake
meer van kanker.
Tumors
‘stelen’ aminozuren en glucose van de hond, waardoor het dier de zo
broodnodige energie in toenemende mate uit vetten zal moeten halen.
Voor kankercellen is het moeilijk om vetten te gebruiken. Tenzij extra
vet wordt toegediend, raken op termijn de vetreserves van de hond
uitgeput. De hond verliest niet alleen zeer veel gewicht, maar raakt bovendien al zijn weerstand kwijt.
De symptomen van kanker
Kanker
bij honden is een complexe ziekte, die diverse vormen kan aannemen. Ook
de symptomen van kanker zijn zeer uiteenlopend.
Als uw dier één of meerdere van de volgende verschijnselen vertoont, kan er sprake zijn van kanker:
- Abnormale verdikkingen die niet verdwijnen of juist toenemen in grootte
- Wonden die niet genezen
- Vermagering
- Afname van de eetlust; moeilijkheden met kauwen of slikken
- Bloedverlies of een andere uitvloeiing uit een lichaamsopening
- Onaangename geur
- Benauwdheid of hoesten
- Verminderde zin om te gaan wandelen of verminderd uithoudingsvermogen
- Blijvende kreupelheid of stijfheid
- Moeilijkheden met urineren of produceren van de ontlasting
Andere
verschijnselen zoals zich afzonderen, pijn, bleke mondslijmvliezen,
veel drinken en plassen, of overdreven veel eten kunnen ook voorkomen
en zijn afhankelijk van de soort tumor.
Wees alert op
veranderingen in het gedrag en de fysieke gesteldheid van uw huisdier!
Wachten of een bultje groeit is de grootste fout die kan worden
gemaakt. Neem daarom altijd direct contact op met uw dierenarts bij
verdachte symptomen. Hoewel de symptomen bij uw dier op kanker kunnen
wijzen, is het uitsluitend een dierenarts die deze diagnose kan
stellen.
Wanneer
uw
hond (één van) deze symptomen vertoont, is het niet perse gezegd dat
uw hond kanker heeft. Het is echter wel verstandig om voor de zekerheid
onmiddellijk een dierenarts te bezoeken. De belangrijkste factor voor
succesvolle behandeling is natuurlijk het opsporen van de ziekte in een
zo vroeg mogelijk stadium.
Diagnose en behandelingVoor een juiste diagnose is het altijd nodig wat materiaal uit de
tumor te halen voor verder onderzoek. Dit heet een biopsie en kan
bijvoorbeeld worden uitgevoerd met een injectienaald. Hierbij worden
enkele cellen uit de tumor gezogen en op een glaasje gesmeerd. Zo'n
dunne naaldbiopsie is niet belastend voor het dier en er is geen kans
dat de tumor hierdoor uitzaait. Op deze manier kunnen ook gezwellen in
de buik- of borstholte worden onderzocht. Biopten met dikkere naalden
of chirurgische verwijdering van een deel van het gezwel kunnen soms
meer informatie opleveren.
Het
is ook van belang eventuele uitbreiding van de tumor in het lichaam
vast te stellen. Afhankelijk van het type tumor kan uw dierenarts een
bloedonderzoek of het maken van rontgenfoto's voorstellen. Soms is
endoscopie, echo-onderzoek, een CT of MRI-scan, of
radio-isotopenonderzoek nodig.
Pas na vaststelling van de ernst
en de aard van de ziekte is het mogelijk een definitief behandelplan op
te stellen. Afhankelijk van de ernst van de ziekte en welk onderzoek of
behandeling zal moeten plaatsvinden, bestaat de mogelijkheid dat uw
dier wordt doorverwezen, bijvoorbeeld naar een onderzoeksinstituut of
een dierenarts, gespecialiseerd op het gebied van kanker bij
gezelschapsdieren.
Plan van
aanpak (dierenarts/dierenkliniek)
Het eerste wat te doen bij verdenking van uw dier op kanker is de tumor typeren, d.w.z. een
naam aan de tumor geven. Hiervoor is het o.a. nodig om een biopsie te nemen. Dit
kan een dunne naald biopsie (DNAB) zijn waarbij enkele cellen uit de tumor
worden gezogen en op een glaasje uitgesmeerd.
Ook kan het
nodig zijn om grotere biopten te nemen met dikkere naalden, of d.m.v.
chirurgische verwijdering van een deel of de gehele tumor.
Deze biopten worden vervolgens naar een veterinair patholoog gestuurd, die voor ons bekijkt wat de
aard van de tumor/kanker is en of deze wel of niet kwaadaardig is.
Na de typering
van de tumor is het van belang de uitbreiding van de tumor vast te stellen. Hiervoor
kan bloedonderzoek nodig zijn, het maken van röntgenfoto’s, endoscopie,
echo-onderzoek, CT-scan of zelfs radio-isotopen onderzoek. Welke onderzoeken
moeten worden uitgevoerd is sterk afhankelijk van het type tumor.
Naar aanleiding
van de zo verkregen informatie is het mogelijk een behandelingsplan op te
stellen en een uitspraak te doen over de prognose en de toekomstverwachting van
uw dier. Het is belangrijk te beseffen, dat zelfs met de meest moderne
onderzoekmethoden zeer kleine uitzaaiingen niet zichtbaar kunnen worden
gemaakt. Hierdoor kan het ziektebeeld van het dier, wat er aanvankelijk gunstig
uit zag, plotseling een ongunstige wending nemen.
Hoe dan
verder
Na afronding van
het volledige onderzoek zal beslist dienen te worden of een behandeling
mogelijk en zinvol is.
Tumorchirurgie
is nog altijd de hoeksteen van de kankergeneeskunde en vaak zal als eerste stap
in de therapie dan ook worden besloten de tumor indien mogelijk uiteraard te
verwijderen. Bij een aantal vormen van kanker is dit niet voldoende, niet
mogelijk of niet zinvol en dan is het soms mogelijk om voor een andere vorm van
therapie te kiezen, zoals:
· Chemotherapie
· Bestraling
· Immunotherapie
· Hormonale therapie
Uitgangspunt bij
de behandeling moet primair de genezing van uw huisdier zijn, maar mocht dit
onverhoopt niet mogelijk zijn dan staat verbetering van de kwaliteit van leven
voorop.
Tumorchirurgie
Bij tumor wordt
geprobeerd de tumor zo volledig mogelijk te verwijderen. Soms is dit voldoende,
maar vaak is echter een aanvullende behandeling met bijvoorbeeld een van de hierna
genoemde therapieën noodzakelijk.
Chemotherapie
Onder
chemotherapie wordt verstaan de behandeling van kanker met behulp van
cytostatica. Het doel van deze therapie is om de snel delende cellen van de
tumor te doden. Om een zo goed mogelijk effect te verkrijgen wordt vaak gebruik
gemaakt van een combinatie van medicijnen.
Helaas worden
vaak ook de gezonde snel delende cellen van het lichaam, zoals de cellen van
het darmslijmvlies en van het beenmerg, beschadigd. Dit leidt meestal tot
vervelende bijwerkingen zoals kaalheid en braken. Het is echter gebleken dat
het merendeel van deze vervelende symptomen bij dieren niet optreden. Kaalheid
wordt alleen maar gezien bij de trimrassen en bij katten waar vaak alleen de
snorharen uitvallen.
De oorzaak van
het achterwege blijven van de bijwerkingen is onder andere het geven van lagere
doseringen van de cytostatica dan bij de mens gebruikelijk. Dit omdat de
ernstige neveneffecten, die bij de mens op kunnen treden bij het gebruik van
hoge doseringen van de medicijnen en die daarom een opname op de intensive care
vereisen, diergeneeskundig niet acceptabel zijn.
Tumoren die op
dit moment succesvol kunnen worden behandeld met chemotherapie zijn:
· maligne lymfoom (lymfeklierkanker)
bij hond en kat.
· botkanker bij de hond in combinatie
met pootamputatie.
· multiple myeloom.
· chronisch lymfocytaire leukemie.
· plaveiselcelcarcinoom van de
neusspiegel bij de kat.
Het wel of
niet inzetten van chemotherapie is niet alleen afhankelijk van de soort kanker,
maar vooral ook door de situatie waarin het huisdier leeft. Immers het
bijzondere karakter van de voorgeschreven middelen brengt risico’s met zich mee
voor de eigenaar en zijn omgeving, de behandelend dierenarts en de assistenten.
Er is een speciaal risico voor zwangere vrouwen en jonge kinderen. In het
algemeen geldt dat herhaald contact met deze middelen juist weer kanker kan
veroorzaken.
De omgeving
waarin het dier leeft bepaalt daarom in hoge mate of behandeling thuis op een
verantwoorde wijze mogelijk is of dat juist hospitalisatie, waarbij alle excreta
kunnen worden opgevangen, noodzakelijk is.
Bestraling
Voor de
behandeling van een aantal vormen van kanker is net zoals bij mensen,
bestraling, ook wel radiotherapie genoemd, noodzakelijk. Dit is in Nederland
slechts op beperkte schaal mogelijk en dan nog alleen als er sprake is van
oppervlakkige processen in de huid en de slijmvliezen.
Om dieper
gelegen tumoren te kunnen bestralen is andere apparatuur nodig, zoals een
Kobalt 60 bestralingsapparaat of een lineaire versneller. In samenwerking met
een radiotherapeutisch instituut voor dieren in Parijs of Zürich, is het
mogelijk patiënten, met hiervoor in aanmerking komende vormen van kanker, toch
te laten behandelen.
Vaak vindt vóór
de bestraling een chirurgische verwijdering van het zichtbare deel van de tumor
plaats. Afhankelijk van het type kanker is vaak voorspelbaar of blijkt uit
pathologisch onderzoek van het verwijderde weefsel, dat na de chirurgie nog
kwaadaardige cellen in de omgeving van het gezwel zijn achtergebleven. Deze
kunnen in een aantal gevallen aanvullend worden behandeld met bestraling.
Voor bestraling
in aanmerking komende tumoren zijn o.a. :
· mastocytomen.
· tumoren in het kop/halsgebied, na
onvolledige chirurgische verwijdering.
· hersentumoren, eventueel in
combinatie met chirurgie en/of chemotherapie.
· sterk gelokaliseerde lymfomen en
andere rondceltumoren.
· botkanker, in combinatie met
pootsparende chirurgie.
· tumoren in de neusholte, vaak na
voorafgaande chirurgie.
· acanthomateuze epuliden
(tandvleeswoekeringen).
· tumoren rond de anus.
· likgranulomen aan de onderpoten.
· therapie resistente granulomateuze
meningo-encephalitis.
Immunotherapie
Immunotherapie
wordt in de diergeneeskunde nog erg weinig toegepast. Als het al wordt gedaan
dan betreft het vaak experimentele behandelingen.
In de nabije
toekomst zullen behandeling m.b.v. tumorvaccins en gentherapie zeker tot de
mogelijkheden gaan behoren.
Hormonale
therapie
Bij deze vorm
van therapie worden hormonen of stoffen met een hormonale werking gebruikt om
tumorcellen af te remmen of om de nadelige effecten van de tumor op zijn
omgeving te verminderen (palliatief)
De meest bekende
vorm hiervan is de behandeling met corticosteroïden zoals prednisolon of
dexamethason. Corticosteroïden worden bijna altijd gebruikt in
combinatieprotocollen, bijvoorbeeld ter behandeling van maligne lymfomen,
leukemie en multiple myeloom.
Palliatief
(verzachtend) gebruik van corticosteroïden vindt o.a. plaats bij tumoren van
het centrale zenuwstelsel. In dit geval zal de aanwezige ontsteking rond de
tumor worden geremd, waardoor druk op het omgevende weefsel afneemt en daarmee
tijdelijk de klachten.
Conclusie
Zoals u heeft
kunnen lezen is er op het gebied van de kankerbehandeling bij huisdieren steeds
meer mogelijk. Gelukkig ook steeds vaker met mooie en bemoedigende resultaten.
Van het grootste
belang bij wel of niet slagen ven de therapie is het stadium waarin het ontdekt
wordt. Hier geldt: Hoe eerder, hoe beter.
Daarom is ons
advies om elk bultje bij uw hond of kat serieus te nemen en te laten
onderzoeken door de dierenarts. Want niet elk bultje is een vetbultje.
-->